Om de daling van de olieprijzen te begrijpen moet je eerst weten waarom de olieprijs voorheen zo hoog lag. In deze eeuw is de olieprijs hard gestegen. In 1999 lag de prijs van een vat (ca. 159 liter) nog rond de $16. In juli 2008 bereikte de olieprijs een recordhoogte van $145. Een stijging van ongeveer 900% in 8 jaar.
Deze enorme stijging was voor een groot deel te wijten aan de economische ontwikkeling in met name China en India. Door de economische voorspoed in deze landen (samen goed voor ruim 2,5 miljard inwoners) ontstond er een kapitaalkrachtigere middenklasse en nam de olieconsumptie enorm toe. De toenemende vraag en het vooruitzicht dat olie steeds moeilijker uit de grond te halen is zorgden voor een jarenlange stevige prijsstijging.
Invloed van de economische crisis op de olieprijs
De economische crisis maakte een einde aan de almaar stijgende prijs van olie. Waar in juli 2008 het record van $145 nog werd gehaald, stond de prijs op 1 januari 2009 op $51. De afnemende vraag uit de Verenigde Staten en Europa, maar ook de onzekerheid over de duur en ernst van de crisis gaven de olieprijs een flinke tik. Deze dip was echter van korte duur. De vraag in China bleef enorm stijgen.
De vraag in met name de VS trok weer aan. Het aanbod stond regelmatig onder druk door verschillende incidenten in het Midden-Oosten (vooral het conflict in Libië had flinke gevolgen voor de olieproductie aldaar). Dit alles had tot gevolg dat de olieprijs in 2011 alweer ruim boven de $100 uitkwam.
Omslag in 2014
Tussen 2011 en 2014 leek er een redelijk evenwicht te zijn tussen vraag en aanbod en bleef de prijs schommelen op een behoorlijk hoog niveau, namelijk tussen de $100 en $125 per vat. Achter de schermen was er echter wel het één en ander aan de hand. De olieconsumptie in Europa wilde maar niet echt aantrekken. Deels door de naijlende crisis, maar ook efficiëntie in productieprocessen en zuinigere auto’s doen een duit in het zakje. Maar ook de olieproductie in Libië klom weer op van amper 100.000 vaten per dag medio 2011 tot ruim 1.500.000 per dag een jaar later. Daarnaast was het bij de redelijk stabiele, hoge olieprijs voor Amerikaanse en Canadese concerns aantrkkelijk geworden om te gaan boren naar moeilijker bereikbare olie.
De vraag naar olie bleef stijgen. De productie van olie steeg echter veel harder.
Rol van de OPEC bij de dalende olieprijs
De OPEC, een kartel van 12 olieproducerende landen die met name door middel van productiequota de olieprijs proberen te controleren, grijpt op zo’n moment normaalgesproken in. Bij een dreigend overschot spreken ze af minder olie te gaan produceren om te voorkomen dat de prijzen te laag worden. Bij een te groot tekort voeren ze de productie op, omdat een te hoge olieprijs de economie wereldwijd schade toe kan brengen. Aangezien de OPEC landen samen goed zijn voor 40% van de wereldwijde olieproductie heeft zij een grote invloed op de olieprijs.
Toen de prijs in het derde kwartaal van 2014 begon te dalen was de verwachting dat de OPEC tijdens de bijeenkomst in november zou besluiten om de olieproductie terug te brengen. Een lagere productie zou weer schaarste creëren, wat een hogere prijs tot gevolg zou hebben. Tegen alle verwachtingen in besloot de OPEC echter niets te doen. Met name Saoedi-Arabië was bang dat ze door het terugbrengen van de productie marktaandeel zouden verliezen aan de VS. Het gevolg hiervan was de scherpe daling van de olieprijs die nu (januari 2015) nog altijd voortduurt.
Lees ook: Beleggen in olie